Welke minimale fiscale waarde heeft mijn Spaanse woning?
- On 17 september 2019
Dit is één van de meest gestelde vragen van cliënten die op mijn Spaanse kantoor komen praten over een testament, of de afwikkeling van een nalatenschap. Daarbij gaat het meestal om de minimale fiscale waarde in het kader van nalatenschapsplanning of –afwikkeling. Ofwel: over de waarde die in de Spaanse erfbelastingaangifte (vroeger: successieaangifte) dient te worden ingevuld als het overlijden een feit is. De gemiddelde Nederlandse erfgenaam heeft dan de gezonde neiging om daarbij een bodemwaarde te willen invullen. Naast de vraag of dit wel altijd zo verstandig is, wordt in dit artikel aandacht besteed aan de handvaten die de Spaanse Successiewet en jurisprudentie geeft om tot een correcte waardering van de Spaanse woning te komen.
Nederland
Voor de Nederlandse erfbelastingaangifte geldt in beginsel dat de marktwaarde van de (Nederlandse) woning moet worden ingevuld. Maar wat is de marktwaarde? Om discussies met de Nederlandse fiscus hierover te voorkomen geldt voor de erfbelasting (en ook voor de schenkbelasting) dat de marktwaarde (fictief) wordt gesteld op de welbekende WOZ-waarde (tevens grondslag voor de OZB). Deze waarde moet dus worden ingevuld op het aangiftebiljet. Op de mogelijkheden om tegen een – in de ogen van de erfgenamen – te hoge WOZ-waarde bezwaar aan te tekenen ga ik hier niet verder in, maar het is van belang om te constateren dat bij pogingen om op een lagere waarde uit te komen de bewijsplicht bij de erfgenamen ligt.
Spanje
In Spanje heeft men een dergelijk systeem (nog) niet ingevoerd. Voor de Spaanse erfbelastingheffing geldt in eerste instantie als heffingsgrondslag de waarde die de erfgenamen door de Spaanse notaris laten noteren in de Spaanse notariële akte die nodig is om de woning in het Spaanse eigendomsregister op naam van de erfgenamen te doen stellen. Diezelfde waarde wordt dan uiteraard door de erfgenamen in de erfbelastingaangifte ingevuld. De uiteindelijke erfbelasting zal nooit worden berekend over een waarde die lager is dan dit bedrag. Wel is het mogelijk dat de erfbelasting uiteindelijk wordt berekend over een hoger bedrag. Het is namelijk de vraag of de Spaanse fiscus de door de erfgenamen aangegeven waarde acceptabel vindt. Om deze vraag voor haarzelf te kunnen beantwoorden, zonder dat er een belastingmedewerker persoonlijk naar het huis hoeft te gaan kijken, heeft de Spaanse fiscus een richtlijn nodig. Een van de belangrijke richtlijnen is nog altijd de zogenaamde ‘valor catastral’ (kadastrale waarde) dat kan worden gevonden op het IBI-afschrift dat Spaanse huiseigenaren jaarlijks van de SUMA ontvangen. Door deze ‘valor catastral’ te vermenigvuldigen met een bepaalde factor (vastgesteld door de gemeente) komt men tot een waardegrondslag die in die praktijk wel wordt aangeduid met de term ‘minimale fiscale waarde’. Deze waardegrondslag wordt in het algemeen wel geaccepteerd door de fiscus, maar in het geval de erfgenamen een lagere waarde aangeven zal de fiscus niet verwijzen naar deze minimale fiscale waarde, maar een andere waardevaststelling produceren op basis van andere objectieve gegevens die zij tot haar beschikking heeft, zoals statistische gegevens, vierkante meter prijzen etc. Het is ook mogelijk dat een medewerker van de fiscus persoonlijk een bezoek brengt aan de woning teneinde een waarde te kunnen vaststellen waarbij rekening wordt gehouden met andere bijzonderheden van het pand, zoals slecht onderhoud, ongeschiktheid voor bewoning, of bij een zekere mate van incourantheid wegens de aard of locatie.
Van belang is echter om te constateren dat in ieder geval de fiscus zich niet op deze ‘minimale fiscale waarde’ kan beroepen als het tot een serieus meningsverschil komt. Een dergelijk beroep op deze ‘minimale fiscale waarde’ door de fiscus wordt door rechtbanken namelijk doorgaans afgewezen als zijnde te algemeen, omdat geen rekening wordt gehouden met de feitelijke aard en locatie van het desbetreffende pand. Voorts is het van belang dat bij een dergelijk meningsverschil de bewijsplicht bij de fiscus ligt. De fiscus zal dan toch een persoonlijk bezoek moeten brengen aan het pand om ook de bijzonderheden mede in acht te nemen. Is het meningsverschil met een dergelijke eenzijdige schouwing/taxatie door de fiscus nog niet uit de wereld geholpen dan is het uiteraard nuttig als de erfgenamen in de procedure die volgt zelf een serieus taxatierapport kunnen overleggen. Zeker als sprake is van een bijzonder object als hiervoor bedoeld.
Een Spaanse WOZ-waarde?
Het lijkt erop dat Spanje het (goede?) Nederlandse voorbeeld zal gaan volgen. Sinds 23 oktober 2018 ligt er een meeromvattend wetsvoorstel (met als algemenere strekking: het voorkomen van belastingontduiking) waarin een systeem is vastgelegd dat erg lijkt op het Nederlandse. Met andere woorden: als grondslag voor de erfbelasting (en schenkbelasting) geldt dan de marktwaarde, met dien verstande dat die ‘marktwaarde’ verplicht wordt vastgepind op een referentiewaarde die door de ‘Dirección General del Catastro’ zal worden gepubliceerd. Een belangrijlk verschil met het huidige ‘systeem’ is ook dat de bewijslast dan bij de erfgenamen ligt. De fiscus kan als het ware achterover leunen en behoudens tegenbewijs vasthouden aan de bedoelde referentiewaarde. *Het lijkt er overigens op dat het opgeven van een hogere waarde (dan de bedoelde referentiewaarde) wel toegestaan zal blijven. U denkt dan vast: waarom zouden erfgenamen daarvoor kiezen? Maar met een hogere waarde in de erfbelastingaangifte kan vaak (méér) worden bespaard op een ander soort belasting. Het hoe en waarom is wellicht een onderwerp voor een volgende column.
18 september 2019
R.L. (Renato) Zanardi, notaris in Nederland en estate planner in Spanje
Verzorgd door Hak & Rein Vos juridisch adviseurs en notarissen: notarissen in Nederland én erfrechtadviseurs gevestigd in Albir (Costa Blanca) en Marbella (Costa del Sol). Zie voor eerdere columns onze website www.erfrechtinspanje.nl en zie onze advertentie elders in dit blad.
0 Comments