HET LANGSTLEVENDE TESTAMENT EN DE ERFBELASTING IN SPANJE
- On 13 maart 2016
(Oorspronkelijke titel bij publicatie: ‘Woning in Spanje: het langstlevende testament’)
INLEIDING: is de Nederlandse langstlevende regeling (on)gunstig in het licht van de Spaanse erfbelasting (successierecht)?
Nederlanders willen over het algemeen de echtgenoot zoveel mogelijk verzorgd achterlaten. Kinderen moeten maar wachten met erven tot de ouder (of stiefouder!) ook is overleden.
Deze norm heeft in Nederland eerst geleid tot het zogenaamde langstlevende testament én is later zelfs in de wet vastgelegd ter bescherming van degenen die bij leven niet de moeite hebben genomen een testament te maken.
De vraag die in dit artikel wordt beantwoord luidt: “Pakt het langstlevende testament naar Nederlands model of de bedoelde wettelijke variant hiervan (de zogenaamde ‘Wettelijke verdeling’) fiscaal gunstig of ongunstig uit voor Nederlanders die woonachtig zijn of bezit hebben in Spanje?”.
Met het woord ‘fiscaal’ doelen wij op de erfbelastingheffing (successierecht) in Spanje.
Tenzij in de tekst hieronder uitdrukkelijk anders wordt gemeld, geldt voor de wettelijke langstlevende regeling hetzelfde als voor het langstlevende testament, zodat ik hieronder nog slechts zal spreken over het langstlevende testament.
DE LANGSTLEVENDE-REGELING
Het langstlevende testament naar Nederlands model heeft een perfecte juridische geldigheid en werking in Spanje. Voor Nederlanders die in Spanje woonachtig zijn geldt sinds de inwerkingtreding van de Europese erfrechtverordening slechts het voorbehoud dat in het testament een uitdrukkelijke rechtskeuze voor Nederlands erfrecht moet zijn opgenomen.
Het resultaat van het langstlevende testament luidt dat de echtgenoot naast al het Nederlandse bezit óók al het Spaanse bezit gewoon in eigendom verkrijgt. Daartegenover staat uiteraard dat de echtgenoot ook verplicht is alle schulden voor zijn of haar rekening moeten nemen. De kinderen krijgen dus in het geheel geen bezit in handen. Dit terwijl zij wel degelijk – naast de echtgenoot – erfgenamen zijn.
Het langstlevende testament lost dit op door aan de kinderen een vordering op de echtgenoot toe te kennen van een bedrag gelijk aan de waarde van hun erfdeel. De spiegelbeeldige schuld van de echtgenoot behoeft gedurende zijn/haar resterende leven niet te worden afgelost.
DE NEDERLANDSE ERFBELASTING
Ondanks dat een kind dus feitelijk niets in handen krijgt wordt de waarde van zijn vordering voor de Nederlandse erfbelasting (successierecht) in de erfbelasting betrokken.
Een kind heeft in Nederland een vrijstelling van ongeveer 21.000 euro. Als gevolg hiervan is er vaak daadwerkelijk erfbelasting verschuldigd over deze ‘papieren’ verkrijging van de kinderen.
Aangezien de echtgenoot van de overledene feitelijk alles in eigendom heeft ontvangen, wordt de over de verkrijgingen van de kinderen verschuldigde erfbelasting door de echtgenoot voldaan.
De verkrijging van de echtgenoot bestaat uit de waarde van alle bezittingen, met daar tegenover de hiervoor bedoelde – schuldiggebleven – erfdelen van de kinderen.
De echtgenoot zélf is over het saldo (bezittingen minus schulden) van zijn of haar verkrijging veel minder vaak erfbelasting verschuldigd. Oorzaak: in Nederland bestaat een royale vrijstelling voor de langstlevende echtgenoot. Deze vrijstelling bedraagt momenteel ruim 636.000 euro (2016)
DE SPAANSE ERFBELASTING
De Spaanse fiscus ziet het echter allemaal heel anders!
Ondanks het feit dat in juridische zin zowel de echtgenoot als de kinderen elk hun erfdeel hebben ontvangen, wordt de echtgenoot fiscaal gezien als de enige erfgenaam. De vorderingen van de kinderen worden fiscaal genegeerd, omdat de kinderen niet eerder het recht hebben om hun vorderingen eerder op te eisen dan na het overlijden van hun langstlevende (stief-) ouder.
Dat daar iets voor te zeggen is, moge duidelijk zijn. De kinderen moeten immers nog maar zien in hoeverre er op hun vorderingen zal kunnen worden afgelost uit hetgeen de langstlevende echtgenoot ‘achterlaat’. Laat de langstlevende echtgenoot niets of weinig achter, dan hebben de kinderen niets of weinig aan hun ‘papieren vordering’.
Conclusie: fiscaal gezien (voor de erfbelasting) is de langstlevende echtgenoot de enige die erft.
Gevolg: hierdoor kan de verschuldigde Spaanse erfbelasting (flink) hoog uitvallen.
Oorzaken:
- De percentages van de Spaanse erfbelasting/successiewet stijgen naarmate het erfdeel hoger is (progressief). Hoe meer erfgenamen in fiscale zin, hoe lager het gemiddelde belastingpercentage; hoe minder erfgenamen in fiscale zin hoe hoger dit percentage;
- De vrijstelling van de echtgenoot is in Spanje veel minder hoog dan in Nederland;
- Hoe meer erfgenamen in fiscale zin, hoe meer vrijstellingen er kunnen worden benut; hoe minder erfgenamen in fiscale zin, hoe minder vrijstellingen.
Met andere woorden: hoe meer spreiding, hoe minder erfbelasting/successierecht.
Het Nederlandse langstlevende testament echter – hoe perfect ook voor de echtgenoot qua juridische bescherming – leidt tot een minimum aan spreiding. Slechts één persoon krijgt fiscaal het stempel ‘erfgenaam’, en dat is de echtgenoot van de overledene.
Gevolg:
- Toepassing van slechts één relatief lage vrijstelling
- Toepassing van een relatief hoog percentage erfbelasting over het restant van de nalatenschap
- Een relatief hoog gemiddeld tarief erfbelasting over de totale nalatenschap
En dit terwijl er een, twee, drie of misschien nog wel meer vrijstellingen onbenut blijven, te weten: de vrijstellingen van de kinderen!
Conclusie: het langstlevende testament beschermt de langstlevende juridisch gezien prima, maar fiscaal totaal niet!
DUBBELE ERFBELASTING
De echtgenoot krijgt in geval van een langstlevende testament vaak ook nog met ‘dubbele erfbelasting’ te maken. Dit is het geval indien:
- het echtpaar ten tijde van het overlijden van een echtgenoot in Nederland woonden (de ‘vakantiewoning’ casus);
- het echtpaar ten tijde van het overlijden van een echtgenoot in Spanje woonde, maar nog geen 10 jaar weg waren uit Nederland;
In zijn algemeenheid geldt dat in een dergelijk geval de erfbelasting berekend over de waarde van de in Spanje gelegen bezittingen (niet de Spaanse bankrekeningen overigens!) in mindering mogen worden gebracht op de Nederlandse aanslag (op grond van het zogenaamde ‘Besluit ter voorkoming van dubbele belasting’).
In het ‘bijzondere’ geval van een langstlevende testament is echter de langstlevende echtgenoot vaak in het geheel geen erfbelasting/successierecht verschuldigd (vanwege de zeer royale echtgenoot-vrijstelling). In dat geval valt er dus niets ‘in mindering’ te brengen. Dit terwijl de echtgenoot in Spanje juist de énige is die erfbelasting moet betalen!
Voor hetgeen over de verkrijgingen van de kinderen (hun ‘papieren’ erfdelen/vorderingen) in Nederland moet worden betaald kan óók niets in mindering worden gebracht. Deze vorderingen worden immers in Spanje niet belast.
Nogmaals: de langstlevende echtgenoot wordt juridisch dus prima beschermd, maar fiscaal aan zijn of haar lot overgelaten. Een hoge belastingaanslag kan immers net zo bedreigend zijn voor de financiële positie van de echtgenoot, als het verplicht moeten uitkeren (van het erfdeel) aan een kind. Ik zie vaak genoeg echtparen die nagenoeg al hun vermogen in de ‘stenen’ hebben geïnvesteerd, hetgeen betekent dat het huis snel zal moeten worden verkocht om de erfbelasting te kunnen betalen. Naast het feit dat onnodig veel erfbelasting moet worden betaald, staat ‘snel verkopen’ meestal gelijk aan (extra) kapitaalvernietiging.
ERFBELASTINGHEFFING IN DE ‘TWEEDE RONDE’
Maar het is nog niet klaar! Bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot worden de vorderingen die de kinderen hebben op hun overleden langstlevende ouder door de Spaanse fiscus niet erkend als schulden in diens nalatenschap. Deze schulden worden bij het berekenen van de Spaanse erfbelasting dus niet eerst in mindering gebracht op de waarde van de bezittingen. Zulks in tegenstelling tot hetgeen in Nederland het geval is.
REKENVOORBEELD: ERFBELASTING/SUCCESSIERECHT BIJ LANGSTLEVENDE TESTAMENT IN DE REGIO VALENCIA (COSTA BLANCA)
Stel: Nederlands echtpaar (resident) met 1 in Nederland wonende dochter; gehuwd in gemeenschap van goederen; méér dan 10 jaar woonachtig in Spanje (regio Valencia; Costa Blanca); Spaanse woning ter waarde van 500.000 euro; er is nagenoeg geen ander vermogen; standaard langstlevende testament naar Nederlands recht. De man overlijdt in 2016.
De weduwe is fiscaal gezien enig erfgename op grond van het standaard langstlevende testament naar Nederlands recht. Wegens het bestaan van een algehele gemeenschap van goederen wordt het ‘halve huis’ ad 250.000 euro bij de echtgenote in de Valenciaanse erfbelasting betrokken.
De weduwe kan nu haar ‘persoonlijke vrijstelling’ benutten (= 100.000 euro), zodat de erfbelasting vervolgens moet worden berekend over € 150.000.
De aanslag die hieruit komt bedraagt ongeveer € 21.000,00. Maar dan zijn we er nog niet. Vervolgens heeft de echtgenote op grond van de huidige Valenciaanse regeling (2016) nog recht op een extra ‘korting’ op het aanslagbedrag (een korting dus op die € 21.000,00), zodat maar 25% van dat bedrag hoeft te worden betaald, ofwel: € 5250
Let op: inmiddels is bekend geworden dat die extra korting op het aanslagbedrag in de Comunidad Valencia per 1-1-2017 zal worden verlaagd naar 50%. Indien de man in dit voorbeeld in 2017 overlijden, dan zou derhalve 50% van € 21.000 = € 10.500 erfbelasting moeten worden betaald. Lees meer hierover in dit artikel
Voor alle duidelijkheid: Juridisch gezien heeft de dochter een vordering geërfd op haar moeder ten bedrage van een kindsdeel (de helft van de nalatenschap), ofwel: 0,5 x € 250.000,00 = € 125.000,00. Hierover wordt in Spanje in het geheel geen erfbelasting geheven. De schuldverhouding tussen beiden wordt voor de erfbelasting volledig genegeerd.
Belastingbesparing door middel van een testament
Als de halve eigendom van de Spaanse woning (waard € 250.000) niet slechts aan de echtgenote, maar tevens aan de dochter was toegekomen (ieder voor € 125.000) was er veel minder erfbelasting verschuldigd geweest. Een kind heeft namelijk dezelfde persoonlijke vrijstelling en dezelfde extra korting op het aanslagbedrag. De vrijstelling én korting van de dochter had in dat geval óók kunnen worden benut. Zij hadden dan ieder nog slechts over € 25.000 erfbelasting moeten betalen. Dit was uitgekomen op € 540 per persoon (2016) of € 1.080 per persoon (2017).
Het benutten van de vrijstellingen van de kinderen is in Spanje echter slechts mogelijk door een deel van de nalatenschapsbezittingen op naam van de kinderen te stellen. Dit is in strijd met doel en strekking van een langstlevende testament. De echtgenoot van de overledene heeft dan immers niet meer alle touwtjes (lees: eigendommen) in handen.
De kunst is een speciaal langstlevende testament op te stellen met het oog op de belastingheffing in Spanje. Op grond van dit speciale testament moet de langstlevende echtgenoot kunnen blijven beschikken over alle bezittingen ‘alsware’ hij of zie enig eigenaar, óók al is dit juridisch gezien niet het geval. In tegenstelling tot hetgeen velen denken kan dit in Spanje niet zonder meer worden bereikt door het simpelweg aan de echtgenoot toekennen van een recht van vruchtgebruik met ‘vervreemdings- en verteringsbevoegdheid’, aangezien de echtgenoot in dat geval in Spanje zal worden belast alsof hij/zij volle eigendom heeft verkregen.
Het overlijden van de langstlevende echtgenoot, ofwel: ‘de tweede ronde’.
Stel: vervolgens overlijdt moeder in 2017. De gehele woning ad €500.000 wordt nu door de dochter geërfd en bij haar belast met Valenciaanse erfbelasting. De schuld die haar moeder juridisch gezien aan haar had ad €125.000 wordt voor de berekening van de erfbelasting NIET in aftrek gebracht op de waarde van de woning!
Het bedrag van de aanslag wordt derhalve in eerste instantie berekend over €400.000 (€ 500.000 minus de persoonlijke vrijstelling van € 100.000,00), hetgeen uitkomt op ongeveer € 82.000 euro. Op het bedrag van de aanslag ontvangt de dochter in 2017 nog slechts een korting van 50% (zie het artikel over de verlaging van deze vrijstelling in de regio Valencia), zodat er € 41.000 erfbelasting moet worden betaald.
Zou bij het overlijden van de man (zie hiervoor) de dochter al een/vierde deel van de woning op naam hebben gekregen (ter waarde van € 125.000), dan zou de erfbelasting nog slechts behoeven te worden berekend over € 500.000 -/- € 125.000 = € 375.000. Na vermindering met de persoonlijke vrijstelling ad € 100.000 volgt de daadwerkelijke berekening over nog slechts € 275.000. Het bedrag van de aanslag zou dan € 49.5000 bedragen. Vervolgens kan de extra korting op het bedrag van de aanslag nog worden benut (50%), waardoor er € 24.750 erfbelasting door de dochter moet worden betaald.
Conclusie:
- Erfbelasting met standaard langstlevende testament: € 10.500 + € 41.000 = € 51.500
- Erfbelasting met speciaal langstlevende testament: € 1.080 + € 24.750 = € 25.830
- Besparing door speciaal langstlevende testament: € 25.670,00
Erfbelasting in Spanje: veranderlijker dan het weer
De regio Valencia was altijd al erg royaal met forse persoonlijke vrijstellingen, dan wel kortingen op de berekende aanslag. Vóór 2013 bedroeg de persoonlijke vrijstelling weliswaar slechts €40.000, maar de extra korting op het aanslagbedrag maar liefst 99%. In 2013 is de persoonlijke vrijstelling verhoogd tot € 100.000,00, maar is de korting op het aanslagbedrag verlaagd naar 75%. Per 1-1-2017 wordt persoonlijke vrijstelling gehandhaafd, maar de extra korting op het aanslagbedrag wederom verlaagd naar 50%. Zie u de tendens?!
In Spanje is niets zo veranderlijk als de (erf)belasting. Zo ook in andere Comunidades Autonomos. De Comunidad Murcia had tot augustus 2013 een 99% korting op het bedrag van de aanslag, welke korting in die maand opeens volledig is geschrapt. Pas in augustus 2015 is opnieuw een 50% korting op het bedrag van de aanslag ingevoerd (zonder persoonlijke vrijstelling). In Cataluña is de vrijstelling van de langstlevende echtgenoot erg hoog, maar hoe lang nog gezien de huidige politieke ontwikkelingen in dat deel van Spanje? Ook in de Comunidad Andalusië gaat het per 1-1-2017 weer veranderen. In die Comunidad is dit keer echter sprake van een gunstige ontwikkeling. Daarnaast hebben wij vernomen dat er plannen zijn om een aanvullende nationale erfbelasting te introduceren: een soort ‘vlaktax’ welk door alle erfgenamen moet worden betaald aan de nationale overheid, náást de erfbelasting die moet worden betaald aan de Comunidad waar de Spaanse bezittingen zijn gelegen.
REKENVOORBEELD: ERFBELASTING BIJ LANGSTLEVENDE TESTAMENT IN DE REGIO ANDALUSIË (COSTA DEL SOL)
*De navolgende cursieve tekst behoeft een review wegens de wijzigingen per 1-1-2017 (wordt aan gewerkt).
*>lees hier over de actuele situatie in Andalusië
Stel: zelfde casus, met dien verstande dat het Nederlands echtpaar méér dan 10 jaar woonachtig is in Andalucia;
Ook hier wordt het halve huis ad 250.000 euro bij de echtgenote in de erfbelasting betrokken. Dit maal echter gelden de Andalusische vrijstellingen en kortingen. De persoonlijk vrijstelling in Ancalucia van 175.000 euro is een zogenaamde ‘drempelvrijstelling’. Deze persoonlijke vrijstelling vervalt als de echtgenote méér erft dan 175.000 euro. In casu kan de echtgenote op deze vrijstelling dus geen aanspraak maken. De erfbelasting dient in dit geval derhalve te worden berekend over 250.000 euro. Er is verder geen korting. De Andalusische erfbelasting komt dan uit op 40.000 euro.
Als de Spaanse woning met een waarde van € 250.000 aan de 2 erfgenamen (langstlevende echtgenoot én de dochter) was toegekomen (ieder 125.000 euro) had er door ieder van hen geen cent Andalusische erfbelasting hoeven te worden betaald; een kind heeft namelijk ook de genoemde drempelvrijstelling , ongeacht of hij/zij wel of geen resident is in Valencia. Door te ‘spreiden’ blijft iedere erfgenaam hier netjes onder de 175.000 euro, en hebben zij samen een vrijstelling van 2 x € 175.000 = € 350.000, waarvan ze maar € 250.000 euro nodig hebben om een erfbelastingheffing volledig te voorkomen.
Als moeder vervolgens overlijdt in 2016, wordt de gehele woning ad 500.000 euro door de dochter geërfd en bij haar betrokken in de Andalusische erfbelastingheffing. De schuld die haar moeder aan haar had van 125.000 euro wordt voor de berekening van de erfbelasting echter niet in mindering gebracht op de waarde van de woning! De Andalusische erfbelasting moet worden berekend over 500.000 euro, en komt dan uit op 107.000 euro. Het totale familie-vermogen is dan in ’twee ronden’ op de dochter overgegaan tegen 147.000 euro Andalusische erfbelasting (= een heffing van 29,4 procent!).
Indien in de eerste ronde (de afwikkeling van de nalatenschap van de man) een kwart van de eigendom van de Spaanse woning (waarde 125.000 euro) al op naam was gesteld van de dochter (in plaats van de gehele eigendom op naam van de echtgenote), dan was er in de tweede ronde (de afwikkeling van de nalatenschap van de echtgenote) nog slechts erfbelasting verschuldigd over 375.000 euro ofwel 71.000 euro. Een besparing van 76.000 euro.
De regio Andalucia is momenteel erg ‘zuinig’ met haar drempelvrijstelling voor (klein)kinderen en echtgenoten. In de regionale politiek gaan er stemmen op om de ‘drempel’ te laten vervallen. Met andere woorden: we houden dan een vaste vrijstelling over van 175.000 euro. De laatste berichten zijn dat men daar pas mee aan de slag wil als er meer geld binnenkomt bij de Andalusische overheid. Ook hier geldt weer: in Spanje is niets zo veranderlijk als de erfbelasting.
ADVIES
Wij adviseren in alle gevallen een testament te maken waarin de langstlevende echtgenoot niet verplicht is om alle bezittingen in eigendom te verkrijgen. Met andere woorden: maak geen standaard langstlevende testament als u woonachtig bent of bezit heeft in Spanje. Zorg dat u een ‘flexibel testament’ waarmee de langstlevende echtgenoot kan spreiden, want spreiden = besparen!
BEHOUD VAN BESCHIKKINGSBEVOEGDHEID
De kunst is vervolgens om in dit speciale langstlevende testament naar Nederlands recht de echtgenoot de mogelijkheid te geven om precies aan te geven welke goederen hij/zij niet in eigendom wenst te verkrijgen respectievelijk welke goederen hij/zij aan de kinderen wenst toe te delen. Dit testament dient zodanig te worden opgesteld dat de echtgenoot desondanks kan blijven beschikken over alle bezittingen als ware hij/zij enig eigenaar.
De langstlevende echtgenote van het voorbeeld kan deze mogelijkheid benutten door ervoor te kiezen een deel van de eigendom van de Spaanse woning toe te delen aan de dochter, in plaats van een ‘papieren vordering’ op haarzelf. In het kader van de afwikkeling kan vervolgens worden geregeld dat de echtgenote te allen tijde de mogelijkheid behoudt om de woning desgewenst te verkopen (zonder medewerking van haar dochter) en zelfs vrij is om de verkoopopbrengst te verbruiken voor haar levensonderhoud.
CONCLUSIE: WAT STAAT U TE DOEN?
U heeft in ieder geval een Nederlandse notaris nodig. Nederlands erfrecht is zijn dagelijks werk. Hij is zowel bekend met de voorbereiding (het maken van het testament en huwelijksvoorwaarden met het oog op overlijden), als met de uitvoering ervan als het overlijden een feit is. Hij weet hoe hij met het testament de positie van de langstlevende echtgenoot optimaal kan beschermen tegen de aanspraken van de kinderen, maar ook hoe het testament ‘flexibel’ kan maken, zodat de echtgenoot desgewenst kan afwijken van de gebruikelijke regel dat alle eigendommen aan hem/haar worden toegedeeld; bijvoorbeeld als dat nodig is om erfbelasting te kunnen besparen.
Met het oog op de Spaanse erfbelasting dient dit op een speciale manier te gebeuren. Hiertoe dient deze Nederlandse notaris dus ook over basale kennis te beschikken van de Spaanse (regionale) erfbelastingsystemen.
Laatste update van dit artikel: 21-11-2016
mr. R.L. Zanardi, Nederlandse notaris en estate planner in Spanje
0 Comments