WIE? WAT? WAAR? … EN DE ERFBELASTING (1)
- On 8 november 2018
De te betalen erfbelasting is afhankelijk van: wie erft, wat hij erft en waar hij erft. In deze en de volgende columns wordt de erfbelastingheffing (successierecht) belicht vanuit deze 3 invalshoeken. Daarbij dient te worden bedacht dat tegelijkertijd sprake kan zijn van Spaanse en Nederlandse erfbelasting.
Wie erft?
Wie de persoon is die erft is voor de vaststelling van de verschuldigde erfbelasting mede bepalend omdat de beschikbare erfbelastingvrijstellingen en -kortingen mede afhankelijk zijn van de mate van verwantschap tussen die persoon en de overledene. Hoe groter de mate van bloedverwantschap, hoe lager het tarief en hoe hoger de vrijstellingen/kortingen. Die vuistregel geldt zowel in Nederland als Spanje. De enige uitzondering op deze vuistregel geldt voor de echtgenoot van de overledene. De echtgenoot is geen bloedverwant maar een aanverwant. Desondanks heeft de echtgenoot zowel in Spanje als in Nederland in beginsel recht op een vrijstelling: in Nederland zeer royaal (ruim 640.000 euro); in Spanje afhankelijk van de regio. In Nederland wordt een (ongehuwde) partner – onder bepaalde voorwaarden – gelijkgesteld aan een echtgenoot. In Spanje is dit per autonome regio verschillend. Daar waar dit het geval is, moet onder echtgenoot dus ook die partner worden verstaan.Voor de hoogte van de vrijstelling kan bovendien nog meespelen welke leeftijd degene die erft heeft, of hij/zij gehandicapt is, en welke omvang zijn/haar eigen vermogen heeft ten tijde van het overlijden. De Nederlandse en Spaanse erfbelastingtarieven (voor de regio’s Valencia, Andalucía en Catalunya) en de belangrijkste vrijstellingen/kortingen in die autonome regio’s zullen binnenkort op afzonderlijke landingpages van deze website verschijnen.
Wat erft hij/zij?
‘Ouderlijke/echtelijke woning’ of tweede woning
Als een echtgenoot of kind de woning erft waar de overledene permanent woonachtig was, geldt er een speciale vrijstelling. In Valencía (Costa Blanca) bedraagt deze bijvoorbeeld 95% van de waarde van de woning (c.q. van het deel daarvan dat tot het erfdeel behoort), met een maximum van € 150.000,-/per persoon. Voorwaarde is dat de echtgenoot of het kind deze woning vervolgens gedurende 5 jaar niet verkoopt. Als het een tweede woning of vakantiewoning betreft geldt deze vrijstelling uiteraard niet. In Nederland kennen we een dergelijke vrijstelling niet.
Inboedel
De inboedel van de overledene wordt voor de Spaanse erfbelasting standaard gewaardeerd op 3% van de in Spanje belastbare ‘activa’ (voor een residente overledene geldt: exclusief de woning). In Nederland moet gewoon de waarde in gebruikte staat worden opgenomen. Er kan worden volstaan met een schatting, tenzij sprake is van bijzondere waardevolle inboedelgoederen, in welk geval er zal moeten worden getaxeerd.
Schulden
Als degene die erft (erfgenaam of legataris) in Nederland woont, worden slechts de door hem geërfde goederen die in Spanje gelegen zijn in Spanje belast. Logischerwijs worden dan ook slechts de schulden die rechtstreeks betrekking hebben op die goederen in aftrek toegelaten. Voorbeeld: de geldlening waarmee de overledene de Spaanse woning destijds heeft gekocht, en waarvoor de schuldeiser een hypotheekrecht op die woning heeft verkregen.
Als degene die erft in Spanje woont, worden in beginsel al de door hem geërfde goederen (waar ook gelegen) in Spanje belast. In dat geval worden alle schulden van de overledene daarbij in aftrek toegelaten, behoudens schulden die de overledene had aan zijn/haar kind(eren) of echtgenoot. Denk daarbij aan schulden aan kinderen uit hoofde van ‘papieren schenkingen’ of ‘papieren erfdelen’ (van de kinderen in de nalatenschap van de eerder overleden echtgenoot.
Als de overledene in Nederland woonde (of minder dan 10 jaar vóór zijn overlijden nog in Nederland woonde) worden alle goederen die hij nalaat in Nederland belast, ongeacht waar degene die deze goederen erft woont. In dat geval worden ook alle schulden in aftrek toegelaten.
De waarde
Zowel in Nederland als in Spanje dient onroerend goed in de erfbelastingaangifte te worden opgenomen voor de marktwaarde. In tegenstelling tot in Nederland is in Spanje niet in de wet opgenomen dat de marktwaarde – in het kader van de erfbelastingheffing als het gaat om woonhuizen – mag worden gesteld op de WOZ-waarde (de waarde die dient als grondslag voor de berekening van de onroerende zaak belasting).
Om een aanknopingspunt te hebben voor het bepalen van de waarde van de woning wordt in de Spaanse aangiftepraktijk nog steeds wel met een schuin oog gekeken naar de (qua functie met de Nederlandse WOZ-waarde vergelijkbare) kadastrale waarde van het onroerend goed vermenigvuldigd met de voor de desbetreffende gemeente geldende coëfficient, maar hiervoor is – zoals gezegd – geen enkele wettelijke basis aanwezig. Als de Spaanse fiscus die waarde te laag vindt kan men een naheffing verwachten.
Vaak is het gewoon ook gunstiger om de échte marktwaarde in de erfbelastingaangifte op te nemen, omdat deze waarde voor degene die erft dan geldt als de nieuwe verkrijgingswaarde. Bij een uiteindelijke verkoop van de woning levert dit vaak een besparing van Spaanse winstbelasting op (de belasting over het verschil tussen de verkoop- en verkrijgingswaarde). Dit is dan een logische strategie indien het winstbelastingpercentage hoger is dan het erfbelastingpercentage, hetgeen meestal het geval is ingeval de echtgenoot, een kind of een kleinkind erft. Uiteraard geldt deze strategie niet indien degene die erft (bijv. de echtgenoot van de overledene) bij een opvolgende verkoop zal zijn vrijgesteld van winstbelasting.
Waar?
- Waar woont de persoon die is overleden?
- Waar woont de persoon die erft?
- Waar liggen de goederen die worden geërfd?
Wordt vervolgd! >> lees nu deel 2
9 november 2018
mr. R.L. Zanardi, notaris in Nederland en estate planner in Spanje
0 Comments