Nalatenschappen van Nederlanders met bezit in Spanje (6) – Nalatenschapsplanning via het testament (I)
- On 10 april 2015
Publicatiedatum 13 maart 2014.
In de delen 1 tot en met 4 is er vooral geschreven over de invloed van de wet op de vererving. Daarbij zijn het Spaanse en Nederlandse wettelijke erfrecht en huwelijksvermogensrecht de revue gepasseerd. In deel 5 is mijn collega Renato Zanardi begonnen met de mogelijkheden om af te wijken van de wettelijke vererving in verband met de nalatenschapsplanning. Daarbij is aandacht besteed aan de planningsmogelijkheden met huwelijksvoorwaarden. Deze keer ga ik het hebben over de planningsmogelijkheden met testamenten.
Testamentaire planning ‘vanuit’ een huwelijksgemeenschap
In deel 5 hebben we gezien dat bij echtgenoten die in (enige) gemeenschap van goederen zijn gehuwd, na het overlijden van een echtgenoot kan worden bepaald welke concrete bezittingen (die bij leven behoorden tot die huwelijksgemeenschap) definitief aan de nalatenschap worden toegerekend, en welke voortaan tot het vermogen van de langstlevende echtgenoot. Het zal duidelijk zijn dat daarmee dus in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap kan worden ‘gepland’ welke bezittingen binnen de invloedsfeer van het testament worden gebracht en welke niet. Het testament heeft immers slechts ‘vat’ op de bezittingen die tot de nalatenschap behoren. Met een akte houdende ‘huwelijksvoorwaarden’ kan bij leven een huwelijksgemeenschap worden gecreëerd of gewijzigd, en is daarmee onvoorstelbaar waardevol, zowel als onderdeel van de juridische planning (wat vererft, en wat vererft niet? wie erft wat?), als voor de fiscale planning (erfbelasting: wie betaalt, waar, hoeveel, en wanneer?). Het plannen door middel van huwelijksvoorwaarden is daarmee een supermiddel om de wettelijke vererving ‘bij te sturen’ in de gewenste richting.
Vervolgens: plannen van de vererving met een testament
Het testament is het meest bekende en belangrijke planningsinstrument. Zijn er grenzen aan de testamentaire mogelijkheden om af te wijken van het wettelijke erfrecht? Zijn er grenzen aan de mogelijkheden om bij testament te bepalen wie wat erft en wanneer? Ja zeker! Bij testament kan niet worden afgeweken van de ‘dwingende bepalingen’ in het wettelijke erfrecht. Zij beperken de testamentaire ‘bewegingsvrijheid’.
De belangrijkste belemmering bij het testamentair plannen: de Spaanse en Nederlandse legitieme portie
De meest bekende en belangrijkste dwingende wetsbepaling is de legitieme portie. De legitieme portie is de wettelijk vastgestelde minimum-aanspraak van een legitimaris (= een bloedverwant met wettelijke legitieme rechten) in iemands nalatenschap. Hiermee komen we tevens aan het meest kenmerkende verschil tussen Spaans en Nederlands wettelijk erfrecht. De Spaanse erfwet kent twee soorten legitimarissen: de ouder en het kind (van de overledene). De Nederlandse erfwet bestempeld slechts het kind tot legitimaris. Maar er zijn méér belangrijke verschillen. Zo is de totaal in de nalatenschap ten behoeve van de legitieme porties gereserveerde waarde volgens de Spaanse wet fors groter: twee/derde van de waarde van de nalatenschap, tegenover de helft van de waarde van de nalatenschap voor de Nederlandse legitieme. Maar veruit het belangrijkste verschil luidt dat de Spaanse wet de legitimaris recht geeft op een aandeel in de eigendom van de nalatenschapsgoederen, zoals een erfgenaam. De Nederlandse legitieme geeft daarentegen slechts recht op een bedrag in geld! Een Nederlandse legitimaris heeft daardoor niets te vertellen bij de verdeling van de nalatenschap! Voorts is de Spaanse legitieme in beginsel direct opeisbaar voor de legitimaris, ook als de echtgenoot van de overledene nog leeft! De Nederlandse legitieme kan daarentegen via een testamentaire bepaling altijd onopeisbaar worden gemaakt zolang de echtgenoot ‘overleeft’.
Conclusie
Het zal u duidelijk zijn dat het Nederlandse erfrecht de testateur veel meer vrijheid geeft om zijn nalatenschap testamentair te plannen. In de allereerste plaats kan de echtgenoot daarmee
100% beschermd worden tegen erfrechtelijke aanspraken van de kinderen. Daarnaast is er ook veel meer ruimte om te bepalen wie wat en hoeveel erft, en daarmee verband houdend, hoeveel erfbelasting die fiscus kan gaan heffen.
Wordt vervolgd!
0 Comments