LEVENSTESTAMENT IN SPANJE – deel 5: estate planning
- On 17 januari 2018
In deze column en de volgende columns over het levenstestament wordt ingegaan op de mogelijkheden die het levenstestament biedt op het gebied van estate planning.
Casus:
Peter is 54 jaar oud en gehuwd met Miranda onder huwelijksvoorwaarden inhoudende de uitsluiting van elke gemeenschap van goederen. Hij trouwt pas met haar als hij 42 is. Hun enige kind is inmiddels elf jaar oud. Na een aantal moeilijke jaren gedurende de crisis gaat zijn bedrijf de laatste jaren als een speer en hij besluit zijn bedrijf te gaan verkopen om van een vervroegd pensioen te gaan genieten. Ze hebben nog geen testament. Zoals velen waren ze daar te druk voor. Zij begrepen dat zij dan bij overlijden onder de wettelijke regeling zouden vallen. Daar namen zij vooralsnog genoegen mee aangezien daarin de positie van de langstlevende echtgenoot zou zijn zeker gesteld.
Huwelijksvoorwaarden
De huwelijksvoorwaarden waren destijds bedoeld om het vermogentje van Miranda buiten schot te houden toen hij ondernemer werd. Tijdens de crisis ging het bijna mis met het bedrijf, en daarvan leerden zij dat anticiperen op minder fijne scenario’s ook verstandig is. Nu hij tot verkoop van zijn bedrijf zal overgaan en samen met Miranda permanent naar zijn geliefde Spanje wil emigreren, ziet hij geen noodzaak meer om de huwelijksvoorwaarden in stand te houden. De notaris met wie zij samen alle mogelijke scenario’s door redeneren, laat hen inzien dat bij een overstap naar een algehele gemeenschap van goederen, de helft van het vermogen van Peter doorschuift naar Miranda zonder dat er sprake is van een schenking (en van schenkbelasting). Deze notaris kent ook de erfbelastingvrijstellingen en –tarieven in Spanje en hij heeft niet veel tijd nodig om Peter te overtuigen dat zijn vermogen veel te groot is voor de Spaanse erfbelastingvrijstelling van Miranda. Halvering van zijn vermogen zou (ook) met het oog hierop zeer welkom zijn. Ze besluiten de huwelijksvoorwaarden op te heffen zodra de verkoop van het bedrijf een feit is. Gezien het belang neemt de notaris in het levenstestament dat hij gaat opstellen ook een volmacht op waarmee Miranda zelfstandig de huwelijksvoorwaarden kan opheffen als Peter – als het zover is – tijdelijk of permanent niet meer in staat zou zijn om daarvoor te tekenen (en andersom). In de tussentijd kan er immers van alles gebeuren. De notaris voorziet dat Peter en Miranda zich niet zullen kunnen inhouden en al eerder een huis in Spanje zullen kopen. Met het oog hierop adviseert hij uitdrukkelijk dit dan vooral op beider naam te doen. Zo niet dan veroorzaakt een latere opheffing van de huwelijksvoorwaarden een vermogensverschuiving die in Spanje wél kan worden belast met schenkbelasting.
Erfrecht
Twee jaar later is het bedrijf voor een goede prijs verkocht. Peter en Miranda zagen het aankomen, konden zich niet inhouden, en kochten voor het zover was een prachtige villa aan de Costa Blanca. Zij voelen zich steeds prettiger bij het gestructureerd regelen van hun toekomst en het feit dat zij gaan emigreren versterkt dat gevoel. Zij realiseren zich dat er nu écht een testament moet komen. De in 2015 in werking getreden Europese Erfrechtverordening bevat als hoofdregel dat ‘het recht van de woonplaats’ van toepassing is op de vererving én afwikkeling van de nalatenschap. Aangezien het Spaanse recht geen langstlevende regelingen kent zoals wij die in Nederland kennen, dient het nieuwe testament om te beginnen een rechtskeuze voor het Nederlands erfrecht te bevatten. Vervolgens moet het testament worden aangevuld met clausules die goed functioneren binnen de regels van het Nederlands erfrecht, met de nadruk op de belangen van de langstlevende echtgenoot. De notaris vertelt dat daarnaast de grilligheid van de Spaanse erfbelastingwetgeving een serieus aandachtspunt is. Zijn advies is het testament zo ‘flexibel’ mogelijk op te stellen, hetgeen goed mogelijk is met de moderne regels van de Nederlandse wet op dit gebied. Flexibel betekent in dit kader eigenlijk niets meer dan dat in veel grotere mate de wil van de langstlevende echtgenoot (en in mindere mate de tekst van het testament) definitief bepalend zijn voor wie en in welke mate (en onder welke voorwaarden) de goederen toegedeeld krijgt. Alle eigendommen kunnen – zoals gebruikelijk in een standaard langstlevende testament – worden toegedeeld aan de langstlevende, maar er kan ook worden gekozen voor een afwijkende verdeling. Daarmee kan er – als dat nodig mocht blijken wegens de (lagere) vrijstellingen van dát moment – bijvoorbeeld worden gekozen om niet alleen die van de langstlevende echtgenoot, maar ook die van de kinderen te benutten. Hiervoor is een afwijkende verdeling nodig. Een afwijkende verdeling kan echter ook worden gekozen op grond van andere argumenten.
Maar – zegt de notaris – wat nu als de langstlevende echtgenoot wilsonbekwaam blijkt te zijn op het moment dat die keuzes door hem of haar zouden moeten worden genomen, door een ongeluk, een herseninfarct, ziekte etc.? Voor dat geval adviseert hij Peter en Miranda een levenstestament te maken waarin iemand wordt benoemd die deze keuzes namens de langstlevende kan maken. Zo niet, dan is het flexibele testament in zo’n situatie niets meer dan een gewoon standaard langstlevende testament zonder keuzemogelijkheden. Omdat een wilsonbekwame echtgenoot natuurlijk ook geen executeur kan zijn, dient de in het levenstestament aangewezen persoon in het ‘gewone’ testament als opvolgend executeur te worden aangewezen. Met andere woorden: het testament en levenstestament moeten – zo veel mogelijk – op elkaar worden afgestemd.
18 januari 2018
R.L. (Renato) Zanardi,notaris in Nederland en estate planner in Spanje
> LEVENSTESTAMENT IN SPANJE – deel 5: estate planning III (vervolg)
> LEVENSTESTAMENT IN SPANJE – deel 5: estate planning II (vervolg)
> LEVENSTESTAMENT IN SPANJE – deel 4: rekening en verantwoording
> LEVENSTESTAMENT IN SPANJE – deel 3: méér dan een volmacht
> LEVENSTESTAMENT IN SPANJE – deel 2: verkoop woning en wilsonbekwaamheid
0 Comments