Levenstestament (6) – De medische behandelingsvolmacht
- On 11 april 2015
Publicatiedatum 19 februari 2015.
Indien men tijdens leven (tijdelijk) niet meer in staat is zijn of haar wil te verklaren of een beslissing te nemen, kan het wenselijk zijn hier vooraf een regeling voor te treffen. Hierna wordt ingegaan op de toestemming voor de medische behandeling. Wie is bevoegd toestemming te verlenen voor de medische behandeling indien de patiënt zelf niet meer in staat is dit te doen? De wettelijke regeling van de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) speelt hierbij een rol. De betrokkene kan volgens de wet vooraf een vertegenwoordiger aanwijzen door middel van een schriftelijke machtiging. In de column van volgende week worden de diverse vormen van de wilsverklaring besproken.
De Wettelijke regeling van de geneeskundige behandelingsovereenkomst
In het Nederlandse Burgerlijk wetboek is de zogenaamde geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) geregeld. De regeling strekt tot bescherming van de patiënt en daarom is de regeling van dwingend recht. Er kan niet van worden afgeweken ten nadele van de patiënt. Krachtens een WGBO verbindt de ene partij, de hulpverlener, zich tegenover de ander, de patient/opdrachtgever, handelingen op het gebied van de geneeskunde te verrichten.
Toestemmingsvereiste
Hierin is ook het zogenaamde toestemmingvereiste opgenomen. Toestemming van de patient is vereist voor elke verrichting op grond van de behandelingsovereenkomst. De toestemming is ‘vormvrij’, maar hoe ingrijpender een behandeling is, hoe eerder om schriftelijke toestemming zal worden gevraagd.
Noodsituaties
Indien de betrokkene geen toestemming kan geven en uitstel van behandeling niet mogelijk is kan de hulpverlener ook zonder toestemming handelen. Deze uitzondering is ook in de wet vastgelegd.
Vertegenwoordiging van de wilsonbekwame patiënt
Een patient wordt wilsonbekwaam geacht om toestemming te geven als hij niet in staat is om tot een ‘redelijke waardering van zijn belangen’ te komen. De hulpverlener heeft in het vaststellen van de eventuele handelingsonbekwaamheid een eigen verantwoordelijkheid. De motivering dient deugdelijk te zijn vastgelegd in het medisch dossier. Is de patient wilsonbekwaam dan dient de hulpverlener zijn verplichtingen jegens een ander na te komen. Ten eerste is dat de curator of mentor. Dit zijn wettelijk vertegenwoordigers, door de rechter aangewezen, die onder andere bevoegd zijn om (zoveel mogelijk samen met de betrokkene) te beslissen over begeleiding, verzorging, verpleging en medische behandeling.
Schriftelijke machtiging
Is er geen curator of mentor, dan is het de schriftelijk gemachtigde jegens wie de wettelijke verplichtingen door de hulpverlener moeten worden nagekomen. Er kan derhalve in een schriftelijke machtiging worden vastgelegd wie bij wilsonbekwaamheid mag beslissen over zorg, verpleging en behandeling . Hoogst persoonlijke beslissingen kan de gemachtigde niet nemen, zoals het afzien van een levensreddende behandeling , het doneren van organen, niet-reanimatie, euthanasie. Wel kan de gemachtigde een rol spelen bij de interpretatie van dergelijke ‘wilsverklaringen’, indien deze door de patient zijn vastgelegd. Voor de arts is de visie van de vertegenwoordiger belangrijk om een reconstructie te maken van de wil van de patiënt. De bedoelde machtiging kan in het levenstestament worden opgenomen. Ook kan in het levenstestament een bepaald persoon worden aangewezen als het wenselijk is de benoeming van een curator of mentor te benoemen. De rechter zal dit volgen, tenzij gegronde redenen zich tegen benoeming verzetten. De schriftelijke machtiging in het levenstestament maakt de benoeming van een curator of mentor echter meestal overbodig.
Ontbreken schriftelijke machtiging
Bij het ontbreken van een schriftelijke machtiging dient te hulpverlener zich te wenden tot de echtgenoot (gelijk: geregistreerd partner) of levensgezel van de patiënt. Bij gebreke daarvan: ouder(s), kind, broer of zus van de patiënt, in welk geval de hulpverlener een keuze moet maken. Meestal vraagt hij aan deze personen om zelf een persoon uit hun midden aan te wijzen. Bij onderling verschil van mening hakt de hulpverlener zelf de knoop door. Wanneer er geen vertegenwoordiger te vinden is, kan de hulpverlener ofwel handelen op eigen gezag ofwel de benoeming van een mentor initiëren.
> zie hier voor een overzicht van alle artikelen over het levenstestament
Mr. R.L. Zanardi, Nederlandse notaris en estate planner te Spanje
0 Comments