(14/16) TWEETRAPSTESTAMENT: GUNSTIG IN ‘TWEEDE RONDE’… EN BIJ ‘TWEEDE LEG’
- On 30 maart 2017
De vorige twee columns gingen over de voor- en nadelen van het nalaten van ‘vruchtgebruik’ aan de echtgenoot. Aanleiding voor een ‘vruchtgebruiktestament’ is meestal het streven naar besparing van successierecht in de ‘eerste ronde’. Dat wil zeggen: bij het overlijden van de eerste echtgenoot. In deze column schenken we aandacht aan het tweetrapstestament: een testamentaire constructie die juist successiebesparing in de ‘tweede ronde’ kan opleveren, ofwel: bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot, maar óók – en dan vooral met het oog op Spaans bezit – in geval sprake is van een stiefoudersituatie.
Het belang van successiebesparing
Het belang van besparing in de eerste ronde ligt vooral bij de langstlevende echtgenoot, die zoveel mogelijk in staat moet worden gesteld om de aanslag successierecht (‘erfbelasting’) te betalen, zonder daarvoor (bijvoorbeeld) eerst de Spaanse woning (met spoed) te moeten verkopen. Het belang van besparing in de tweede ronde ligt uiteraard bij de uiteindelijke verkrijgers van het vermogen: meestal de kinderen. Het belang van belastingbesparing in de tweede ronde is wat minder ‘beladen’. Simpelweg zo min mogelijk erfbelasting betalen is dan de enige doelstelling.
Wanneer een tweetrapstestament?
Een tweetrapstestament kan dus worden overwogen als erfbelastingbesparing in de eerste ronde veel minder prioriteit verdient dan besparing in de tweede ronde. Dat is vooral het geval indien de erfbelastingvrijstelling van de langstlevende echtgenoot naar verwachting groot genoeg zal zijn om de gehele nalatenschap (nagenoeg) vrijgesteld te kunnen ontvangen.
Wat is een tweetrapstestament?
Een gebruikelijk tweetrapstestament houdt in dat de langstlevende echtgenoot (m/v) enig erfgenaam is. Vandaar dat ook alleen de omvang van de successievrijstelling van de langstlevende echtgenoot in dat geval relevant is.
Voorts houdt ‘de tweede trap’ van het tweetrapstestament in dat hetgeen de langstlevende echtgenoot bij zijn overlijden blijkt te hebben overgehouden van het eerder geërfde vermogen (noem het maar: ‘het restant’) alsnog toekomt aan de kinderen. In een tweetrapstestament worden die kinderen daarom aangeduid met de veelzeggende term ‘de verwachters’ . Het is even een doordenkertje, maar het komt erop neer dat die verwachters dat ‘restant’ dan formeel niet erven van de als laatste overleden echtgenoot, maar (alsnog) erven van hun eerstoverleden ouder. Let op: deze erfenis wordt dan dus ook voor het successierecht behandeld als ware het (alsnog) een erfenis van hun eerstoverleden ouder. Van de langstlevende echtgenoot zelf erven zij slechts diens ‘eigen vermogen’.
Waarom bespaart dit erfbelasting in de tweede ronde?
Het gevolg is dat de kinderen het totale vermogen erven in twee delen. Daarbij kunnen ze ook twee keer een beroep doen op de successievrijstelling die geldt voor een vererving tussen ouder en kind, ongeacht het aantal jaren dat is verstreken tussen de twee overlijdens.
Stiefoudertestament voor in Spanje
Een tweetrapstestament kan vooral besparend werken in Spanje bij een stiefoudersituatie. Reden: kinderen die van een stiefouder erven worden veel zwaarder belast. Door middel van een tweetrapstestament kan geregeld worden dat de helft van het vermogen uiteindelijk toekomt aan de eigen kinderen van de ene echtgenoot, en de andere helft aan de eigen kinderen van de ander, terwijl de eigendommen in de eerste ronde gewoon allemaal eerst worden verkregen door de langstlevende echtgenoot. Alle kinderen kunnen dan uiteindelijk gewoon gebruikmaken van de forse successievrijstelling die zij hebben in de nalatenschap van hun eigen ouder, ook al is hun eigen ouder als eerste en wellicht al jaren eerder overleden van hun stiefouder.
(Fiscaal) nadeel van een tweetrapstestament in de eerste ronde
Een fiscaal nadeel van een standaard tweetrapstestament kan zijn dat de Spaanse erfbelastingvrijstelling van de langstlevende echtgenoot sterk kan variëren van jaar tot jaar. Indien deze bij het eerste overlijden substantieel te klein is, moet de echtgenoot veel erfbelasting betalen. Dit terwijl de kinderen ook eigen vrijstellingen hebben, die echter onbenut blijven. De echtgenoot is immers enig erfgenaam. Een slimme aanvulling in het standaard tweetrapstestament, gecombineerd met een doortastende afwikkeling van de nalatenschap, kan uitkomst bieden. In dat geval is het tweetrapstestament zeker het overwegen waard als testamentvorm voor Nederlanders met bezit in Spanje.
(Juridisch) nadeel van een tweetrapstestament in de eerste ronde
Een juridisch nadeel van een tweetrapstestament kan zijn gelegen in de (mogelijke) omstandigheid dat de Nederlandse wet de kinderen het recht geeft om bij de echtgenoot jaarlijks te informeren naar de stand (of het restant) van het (geërfde) vermogen. In de praktijk wordt de soep meestal niet zo heet gegeten, maar juist in een stiefoudersituatie kan dit gevoelig liggen, in welk geval dit toch een punt van aandacht moet zijn bij het besluit om wel of niet voor een tweetraps-langstlevende-testament te kiezen.
Gedetailleerde regeling betrekking tot de interingsvolgorde is noodzakelijk
Bij een gebruikelijk tweetrapstestament mag de langstlevende echtgenoot interen op het geërfde ‘tweetrapsvermogen’. Maar bij overlijden van de langstlevende echtgenoot komt de vraag in welke mate hierop is ingeteerd, en hoeveel op het eigen vermogen dat de echtgenoot reeds had. Hoe meer ingeteerd op het tweetrapsvermogen, hoe minder de verwachters immers ontvangen. Vooral in stiefoudersituaties moet hierom worden gedacht. Het is dan immers heel goed mogelijk dat de verwachters niet dezelfden zijn als de erfgenamen van de langstlevende echtgenoot. Laatstgenoemden staan zwak als zij niet kunnen aantonen in hoeverre de langstlevende op het ‘tweetrapsvermogen’ heeft ingeteerd. In dat geval zullen de verwachters kunnen betogen dat op het tweetrapsvermogen niets in ingeteerd. Ter voorkoming hiervan dient het testament een goed doordachte regeling te bevatten.
Conclusie
Al met al kan het tweetrapstestament onder omstandigheden – en mits aansluitend op de specifieke Spaanse context – een uitstekend ‘estate-planningsinstrument’ zijn. Ook hier is de kwaliteit van de adviseur weer doorslaggevend. Fouten kunnen achteraf (na het overlijden) immers niet meer worden hersteld.
30-03-2017
mr. R.L. (Renato) Zanardi,notaris in Nederland en estate planner in Spanje
0 Comments