(13/16) “IK HEET VRUCHTGEBRUIKER, MAAR IK BEN EIGENAAR” … FISCAAL IDEAAL?
- On 8 maart 2017
Ook in deze column dram ik door over hoe de inhoud van een goed ‘Spanje-testament’ zou moeten luiden. Als u bezit heeft in Spanje, óf als u in Spanje woont (ook al heeft u geen bezit in dat land), dan verdient uw testament extra aandacht. Wie dit niet doet speelt met vuur. Dit deel gaat over de pogingen die ik zie om met toekenning van een speciaal vruchtgebruiklegaat de echtgenoot van twee walletjes te kunnen laten eten. Daarmee bedoel ik: erfbelasting besparen zónder dat langstlevende echtgenoot (die formeel nog slechts vruchtgebruiker is) de beschikking over het bezit kwijtraakt. Het kan wel, maar het is niet zo eenvoudig als het lijkt.
What’s in a name?
In een eerder artikel is al een keer aan de orde gekomen dat niet de in het testament gebruikte termen doorslaggevend zijn voor de rechtsgevolgen daarvan. Doorslaggevend is wat iemand blijkens de inhoud van zijn testament kennelijk heeft beoogd te regelen. Zie ook deel 9/16 van deze artikelenreeks.
Vruchtgebruik
Zo is het ook als iemand in zijn Nederlandse testament heeft laten opnemen dat zijn echtgenoot (m/v) het vruchtgebruik van zijn nalatenschap of van specifieke goederen krijgt. Als in dat testament óók is opgenomen dat aan de echtgenoot het recht wordt toegekend de desbetreffende goederen te vervreemden en de verkoopopbrengst te ‘verteren’ is dat veel meer dan een normaal vruchtgebruik. Een normaal vruchtgebruik wil immers zeggen dat je geen eigenaar bent van het huis maar er wel levenslang in mag blijven wonen. Het geld waarvan je het vruchtgebruik hebt verkregen is niet jouw geld, maar het geld van de kinderen. De echtgenoot ontvangt slechts de rente die het opbrengt, en de kinderen kunnen het geld zolang niet uitgeven. Ga zo maar door. Een vruchtgebruiker met ‘vervreemdings- en verteringsbevoegdheid’ is eigenlijk niets anders dan een eigenaar. De bedoeling van het testament is dan dat de echtgenoot als een eigenaar over de goederen en het geld kan beschikken. Welnu, we zullen hierna zien dat ook de Spaanse fiscus zich niet laat foppen door de in het testament gebruikte term ‘vruchtgebruiker’.
Erfbelastingbesparing
In zijn algemeenheid geldt dat het toekennen van een vruchtgebruik aan de langstlevende echtgenoot een dempende werking kan hebben op de erfbelasting die in Spanje moet worden betaald over de nalatenschap of de aldaar gelegen bezittingen. Dit komt doordat de waarde van de desbetreffende goederen wordt verspreid over meerdere verkrijgers. In plaats dat de echtgenoot als enige de eigendom verkrijgt, wordt deze eigendom gesplitst in vruchtgebruik (voor de echtgenoot) en blote eigendom (voor de kinderen). De gemiddelde erfbelastingdruk wordt hierdoor lager. Bovendien kunnen hierdoor – naast de vrijstelling van de echtgenoot – ook de vrijstellingen van de kinderen worden benut. “Spreiden is besparen”. Lees ook deel 12/16 van deze artikelenreeks.
Geen erfbelastingbesparing
Als uit de tekst van het testament volgt dat de echtgenoot als vruchtgebruiker levenslang in het huis mag blijven wonen, maar het huis desgewenst ook zelfstandig (zonder medewerking van de kinderen) mag verkopen en het geld vervolgens vrijelijk mag herinvesteren of opmaken, huldigt de Spaanse belastingdienst – in tegenstelling tot de Nederlandse belastingdienst (!) – het standpunt dat feitelijk geen sprake is van vruchtgebruik, maar van eigendom. De beoogde spreiding en belastingbesparing vallen hierdoor in het water. De Spaanse belastingdienst vindt het fiscaal relevanter dat er zelfstandig en onbeperkt door de vruchtgebruiker over de desbetreffende goederen en waarden kan worden beschikt. Het feit dat de kinderen in formeel-juridische zin wel degelijk de (blote) eigenaren zijn van die goederen geeft voor de erfbelasting dus niet het beoogde resultaat. Sterker nog: de ‘speciale behandeling’ die de Spaanse belastingdienst voor zowel de vruchtgebruiker als de blote eigenaren in petto heeft maakt dat de betrokkenen slechter af zijn. Checkt u een en ander even in uw testament? Zijn de termen ‘vervreemdingsbevoegdheid’ en ‘verteringsbevoegdheid’ in uw testament opgenomen en heeft het desbetreffende vruchtgebruikrecht van de echtgenoot betrekking op het Spaanse bezit? Wees dan op uw hoede.
Dilemma
Zouden echter de ‘vervreemdingsbevoegdheid’ en ‘verteringsbevoegheid’ uit het testament worden weggelaten of daaruit worden geschrapt, dan moet men zich realiseren dat niet de echtgenoot maar de kinderen eigenaar worden, en de echtgenoot gedurende zijn resterende leven niet over de desbetreffende goederen en de daarin opgesloten waarde kan beschikken. Is dit nu wel de bedoeling? Kan de langstlevende echtgenoot hier wel buiten? Lees meer hierover in deel 8/16.
Slim
Hoe moet het dan wel? Het antwoord moet enerzijds worden gevonden in een uitgebalanceerde vruchtgebruikregeling en anderszijds (na het overlijden) in een ‘slimme’ afwikkeling in Spanje. Daarbij moet handig gebruik gemaakt worden van het hiervoor genoemde verschil tussen Nederland en Spanje. Indien nodig kan toepassing hiervan duizenden of in voorkomend geval zelfs tienduizenden euro’s Spaanse erfbelasting schelen, terwijl de echtgenoot (m/v) als eigenaar kan blijven beschikken over de goederen en de contanten die hij formeel als ‘vruchtgebruiker’ onder zich heeft.
Conclusie
De belangrijkste conclusie van deze én de vorige column luidt dat voorzichtigheid geboden is bij het opnemen van een vruchtgebruik ten behoeve van de echtgenoot in een Spanjetestament. Doe het goed of doe het niet. Het vruchtgebruiklegaat moet zodanig zijn geformuleerd dat de echtgenoot zonodig (!) ook echt erfbelasting kan besparen zonder dat het testament daardoor het ‘predikaat’ langstlevende testament verliest. Daarom dient een vruchtgebruiklegaat altijd (slechts) te zijn opgenomen als optie voor de echtgenoot (nooit als een verplichting), en dient dit vruchtgebruiklegaat in de uitvoeringsfase (na het overlijden) ‘slim’ te worden toegepast.
9-3-2017
mr. R.L. (Renato) Zanardi, notaris in Nederland en estate planner in Spanje
0 Comments