Verkoopwinst onbelast via Spaanse lijfrente!

Publicatiedatum 2 april 2015.

In Spanje kennen we twee soorten winstbelasting die van toepassing zijn op de verkoop van een woning. De eerste is winstbelasting als onderdeel van de inkomstenbelasting (plusvalía en renta) en de ander is de gemeentelijke meerwaardebelasting (plusvalía municipal). Per afgelopen 1 januari heeft de eerste een aantal wijzigingen ondergaan, die op zowel residenten als niet residenten van toepassing zijn.

De winstbelasting is de belasting die van toepassing is op het verschil tussen de verkrijgingswaarde en de vervreemdingswaarde. Meestal zullen dat de koop- en verkoopprijs zijn, maar ook kan het om de verkrijgingswaarde uit een nalatenschap of waarde van een schenking zijn. Over een verkrijging via een nalatenschap is geen winstbelasting verschuldigd.

Residenten

Voor residenten wordt de winst opgedeeld in drie schijven, die met een verschillend percentage belast worden. De eerste 6.000 euro winst werden tot 31-12-2014 belast met 21%; de winst tussen 6.000 en 24.000 euro met 25% en de winst daarboven met 27%. Per 1 januari 2015 zijn die percentages allemaal één procentpunt teruggebracht tot 20%, 24% en 26%. In de planning staat dat deze per 1 januari 2016 nogmaals een procentpunt teruggebracht worden tot 19%; 23% en 25%. Of dat gebeurt, weten in Spanje normaal gesproken pas de dag voordat de wetswijziging van kracht wordt, oftewel op 31 december aanstaande.

Wat ook veranderd is, zijn de correcties voor inflatie. Spanje paste over de verkrijgingswaarde een correctiefactor toe die weliswaar ruim onder de werkelijke factor voor inflatiecorrectie lag, maar voor verkrijgingen van lang geleden toch een redelijke correctie in het voordeel van de belastingplichtige konden betekenen. Deze correctiefactor is nu komen te vervallen, wat voor mensen die een woning lang geleden goedkoop gekocht hebben grote negatieve gevolgen kan hebben. Ook zijn de omslagpercentages (coeficientes de abatimiento) afgeschaft, waardoor de winst voorheen aan bepaalde periodes met verschillende percentages werd toegeschreven.

Wat ook veranderd is, is dat de winst tot nu toe in de jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting een losstaand onderdeel was. Op deze winst konden niet de gebruikelijke kortingen in mindering gebracht worden, zoals de persoonlijke kortingen en aftrek van de hypotheeklasten. Vanaf 2015 zal dat wel het geval zijn.

Niet residenten

Vreemd genoeg belast Spanje residenten en niet-residenten hier tegen een verschillend tarief. Jaren geleden werden niet-residenten voor een veel hoger percentage aangeslagen en werd dat door Europa ongeldig verklaard. Tegenwoordig worden residenten hoger aangeslagen. Dat zal duren totdat een resident dat bij het Europese Hof aanklaagt. Het percentage winstbelasting voor niet-residenten bedroeg 21% tot 31 december 2014 en is nu teruggebracht tot 20% en wordt vanaf 2016 hopelijk 19%. Ook voor niet-residenten is de inflatiecorrectiefactor afgeschaft. Niet-residenten hebben geen recht op Spaanse persoonlijke kortingen om de voor de hand liggende reden dat deze de aangifte inkomstenbelasting in hun eigen land moeten doen.

Lijfrente

Residenten die boven de 65 zijn en hun (Spaanse) ‘hoofdwoning’ verkopen zijn vrijgesteld van winstbelasting.

Wat vanaf dit jaar nieuw is voor residenten die een ander onroerend goed dan hun gezinswoning verkopen en voor niet-residenten die een woning verkopen, is dat de winstbelasting vrijgesteld is als de verkoopopbrengst wordt geïnvesteerd in een lijfrente. De bedoeling hiervan is dat buitenlanders na het verkopen van hun huis niet direct het geld naar een buitenlandse bankrekening overmaken. Gezien de onduidelijke situatie met betrekking tot de Spaanse erfbelasting, waar we ingrijpende veranderingen voorzien, zorgt het overmaken van de gelden naar een buitenlandse bank voor niet-residenten vaak voor een hoge besparing van de erfbelasting. Dit is echter een voordeel voor uw erfgenamen, daar waar een investering in een lijfrente een voordeel voor uzelf kan betekenen. De winst is vrijgesteld over een investering in lijfrente tot een maximaal bedrag van 240.000 euro. Dit geld moet binnen zes maanden na de verkoop zijn omgezet in een lijfrente en als dit fonds wordt opgeheven omdat men het volledig kapitaal nodig heeft, wordt de winstbelasting alsnog in rekening gebracht.

Conclusie

De aangifte van de winstbelasting is duidelijk gecompliceerder geworden. In sommige gevallen gunstiger en in andere niet. De aangifte zal door een deskundige gedaan moeten worden, evenals de afweging van het investeren in een lijfrente.